Bid om de vrede van Jeruzalem!
Albert Groothedde Jeruzalem, 17 mei 2021
Inleiding
Het Heilige Land lijdt. Steden en dorpen in Israël en de Gazastrook worden getroffen door bommen en granaten. In sommige Israëlische steden gaan bovendien bevolkingsgroepen elkaar te lijf.
Ik merk dat er in Nederland veel vragen leven over de situatie in Israël. Ook proef ik een zekere verlegenheid als het gaat om de berichtgeving over dit onderwerp. Daarom doe ik een voorzichtige poging (en ik besef dat het een waagstuk is) om het een en ander wat te duiden.
Vooropgesteld: dit artikel vertolkt een mening. Het is de mening van een persoon met sympathieën en blinde vlekken. Aan mijn sympathieën probeer ik in deze bijdrage niet al te veel toe te geven. Het is mijn streven om de lezer een eerlijk en evenwichtig beeld te geven van de situatie hier in Israël.
Ik besef dat wat ik schrijf misschien weer reacties oproept. De bijdrage is echter uitdrukkelijk bedoeld als handreiking voor de Nederlandse christen en niet als aanzet voor een verdere discussie over het onderwerp.
Mijn missie is geslaagd als ik met deze bijdrage mensen help om de gebeurtenissen wat te kunnen duiden én vooral als ik hen hiermee aanzet tot vurig gebed voor en nauwe betrokkenheid op de volken die in dit prachtige land op dit moment in onmin leven.
Deze bijdrage bestaat uit drie delen. De eerste twee delen zijn journalistiek van aard. In deze hoofdstukken beschrijf ik onder andere de achtergronden en oorzaken van de problemen in respectievelijk Gaza (hoofdstuk 1) en de Israëlische steden en dorpen (hoofdstuk 2).
In hoofdstuk 3 kruip ik in mijn rol als theoloog en geef een beknopte geestelijke duiding. Ik sluit af met een concreet verzoek aan de lezer.
Hoofdstuk 1: De strijd tussen Israël en Hamas (Gaza)
De Palestijnse gebieden
Ik begin met een algemene constatering en waarschuwing. Terwijl we in Israël en Nederland het nieuws volgen, worden we eigenlijk een verkiezingscampagne binnengetrokken. Deze campagne draait om de politieke macht over de Westbank.
De Palestijnse president Abbas kondigde op 15 januari parlements- en presidentsverkiezingen aan. De laatste verkiezingen vonden zo’n 15 jaar geleden plaats. Dat het zolang geduurd heeft, heeft natuurlijk zijn redenen. De belangrijkste reden is dat het Palestijnse leiderschap op de Westbank bang is haar positie te moeten opgeven.
Er zijn twee gebieden waar de Palestijnen in meer of mindere mate zelfbestuur hebben. Dat zijn respectievelijk de Westbank en de Gazastrook. De Palestijnse zelfstandigheid is in de Gazastrook het grootst. Over de Gazastrook kun je met enige welwillendheid zeggen dat het een onafhankelijke Palestijnse staat is. Alhoewel, de import en export en ook bijvoorbeeld een deel van de energievoorziening worden gecontroleerd door Israël en Egypte.
In de Gazastrook wonen in totaal ruim twee miljoen Palestijnen. De Gazastrook is in 2005 door de Israëlische autoriteten overhandigd aan de Palestijnen in ruil voor vrede. Dat ging gepaard met hevige binnenlandse protesten. Veel Joden konden niet begrijpen dat Israël de zeggenschap over het gebied overdroeg aan de Palestijnen. Duizenden Joden werden gedwongen om te verhuizen.
Op de Westbank (een groot gebied ten westen van de rivier de Jordaan) is de zelfstandigheid minder groot. Hoewel de Palestijnen ook daar een bepaalde mate van zelfstandigheid hebben hebben (bijv. als het gaat om onderwijs en gezondheidszorg), zwaait uiteindelijk de COGAT er de scepter. De COGAT (Coordinator of Government Activities in the Territories) is een Israëlisch semimilitair orgaan dat bijvoorbeeld bepaalt welke Palestijnen de Westbank wel of niet mogen verlaten.
Het feit dat de COGAT op de Westbank een dikke vinger in de pap heeft, heeft alles te maken met de nederzettingen daar. Een nederzetting (‘settlement’) is kort gezet een Joodse plaats op de Westbank. Bekende nederzettingen zijn: Modi’in Illit, Ma’ale Adumin en Beitar Illit.
Het aantal nederzettingen groeit fors. Op dit moment wonen er zo’n 400.000 Joden in ongeveer 230 nederzettingen. Het aantal Palestijnen op de Westbank bedraagt zo’n 2,8 miljoen. Joden uit de nederzettingen heten formeel ‘settlers’. Settlers zijn vaak politiek rechts georiënteerd. Met een beroep op de Bijbel betogen zij dat ook het ‘hartland’, Judea en Samaria (de Westbank), door God aan Israël is beloofd. Andere settlers wonen er vooral om een pragmatische reden: de huizenprijzen zijn er relatief laag.
Om de veiligheid van de settlers zoveel mogelijk te garanderen, bevinden zich overal op de Westbank militaire posten. Bovendien is de Westbank (evenals de Gazastrook) min of meer afgegrendeld met een hek en/of muur. Deze betwiste barrière moet voorkomen dat terroristen illegaal Israël binnengaan om daar een (zelf)moordaanslag te plegen.
Hamas en Fatah
Terug naar de verkiezingen. Na de Palestijnse verkiezingen in 2007 greep Hamas de macht in de Gazastrook. Hamas is een radicaalislamitische organisatie die erop uit is om Israël te ontdoen van Joden en het land terug te geven aan de Palestijnen. De jihadistische organisatie maakt van dit streven geen geheim.
Hamas schuwt niet om geweld tegen Israël te gebruiken om haar doelstellingen te bereiken. Dit is een van de redenen dat de organisatie staat vermeldt op onder andere de Europese lijst met terroristische organisaties. Ook Arabische andersdenkenden wordt overigens het leven door Hamas moeilijk gemaakt. Veel Palestijnse christenen zijn bijvoorbeeld met geweld uit Gaza verdreven.
Op de Westbank regeert de Fatah-partij. Deze partij steunt de Palestijnse president Mahmoud Abbas. Fatah is ten opzichte van Hamas een stuk minder gewelddadig. Veel vertegenwoordigers van Fatah zijn gematigd religieus en beseffen verder dat het verstandig kan zijn om met COGAT samen te werken om op die manier het leven van de Palestijnen op de Westbank zo aangenaam mogelijk te maken.
In 2017 verscheen in Nederland het inzicht gevende boek “We haten elkaar meer dan de Joden: Tweedracht in de Palestijnse maatschappij”. In dit boek beschrijft Els van Diggele de verdeeldheid onder Palestijnen. Dit gegeven wordt in het Westen vaak over het hoofd gezien. Dat het tussen beide partijen niet botert, bleek bijvoorbeeld in de nasleep van de vorige verkiezingen in 2006. Toen brak er een kleine burgeroorlog uit tussen Fatah en Hamas. Daarbij vielen meer dan 200 doden.
Met de aankondiging van Abbas dat er nieuwe verkiezingen zouden komen, werden de onderlinge Palestijnse verhoudingen meteen weer op scherp gezet. Hamas is er veel aan te doen om haar macht uit te breiden op de Westbank. Zij wordt bij dit streven militair en economisch gesteund door bondgenoten als Iran en Qatar. Fatah wil de groeiende invloed van Hamas tegengaan. Dat is vijftien jaar lang gelukt door verkiezingen steeds weer uit te stellen. Dit jaar zou het er eindelijk van komen.
Uiteindelijk zijn de verkiezingen echter weer uitgesteld tot een nader te bepalen datum. Zogenaamd omdat Israël niet zou toestaan dat Palestijnen die in Oost-Jeruzalem wonen, zouden mogen stemmen. Een dergelijk excuus kon Abbas goed gebruiken; zijn broodheer, de Fatah-partij, staat er in de peilingen niet al te goed voor.
Sheikh Jarrah
Ongeveer gelijktijdig met het besluit om de verkiezingen te annuleren, begon de ramadan. Dit betekent voor moslims een maand lang overdag niet eten en drinken. Dit wordt ’s avonds royaal ingehaald. Dat gaat echter weer ten koste van de nachtrust.
Het is traditie dat de Joods-Arabische verhoudingen tijdens de ramadan gespannen zijn. De gemoedsgesteldheid van veel mensen verbetert niet bij slaapgebrek, een lege maag en een droge keel (en dat bij 25-35 graden Celsius).
Dit jaar speelde er een relatief kleine kwestie die functioneerde als zuurstof voor het gebruikelijke ramadan vuur. Het betreft de mogelijke ontruiming van enkele huizen in Sheikh Jarrah, een wijk in Oost-Jeruzalem. Deze huizen staan op grond die voor 1948 was aangekocht door Joden. De bewuste wijk kwam in 1948 (de Onafhankelijkheidsoorlog) echter in handen van de Jordaniërs. Zij vestigden er Palestijnse vluchtelingen.
In 1967 kwam de wijk opnieuw in Joodse handen. De Palestijnse bewoners hebben met de Joodse grondeigenaars huurcontracten afgesloten en er vervolgens nog decennia kunnen wonen.
Dit veranderde in de jaren tachtig. Enkele Palestijnse advocaten meenden een sterke zaak te hebben en riepen de bewoners op om hun huur niet meer te betalen. Om een lang verhaal kort te maken: er is sprake van een ordinair huurconflict dat deze weken politiek wordt uitgebuit. Wanneer je de kleine lettertjes van het conflict zou bestuderen, dan verdient het al deze aandacht niet. Het kwaad is echter geschied.
De zaak legt bovendien de vinger bij een andere tergende wond. Als Joden zich wel kunnen beroepen op eigendomsrechten van voor 1948 waarom Palestijnen dan niet? Veel Palestijnen kunnen je desgevraagd de sleutels laten zien van de woning die ze in de Onafhankelijkheidsoorlog ongewild moesten verlaten. U voelt aan, hiermee raken we aan een groter onderliggend probleem dat de woede van de Palestijnen mede verklaart.
Dat een aantal huizen in Sheikh Jarrah aanjager van een ernstig conflict kon worden, heeft overigens ook alles te maken met het optreden van enkele extremistische religieus- zionistische Israëlische politici. Zij beschouwen heel Israël als eigendom van de Joden. Als het aan hen ligt worden daarom alle Palestijnen ‘gedeporteerd’ (ik citeer).
Deze politici legden vorige week een ‘werkbezoek’ af aan de bewuste wijk. U begrijpt, dat is olie op het vuur. De uithuiszetting van de wanbetalers werd een ‘issue’ en door Jood en Arabier beschouwd als een symbolische strijd. Een aantal avonden achter elkaar gingen Jood en Arabier (vaak geradicaliseerde jeugd van beide kanten) met elkaar op de vuist. Gebrek aan slaap door de ramadan, ophitsende politici en (te?) stevig politieoptreden; het deed het geheel geen goed.
Tempelberg
Terug naar de ramadan. Tijdens de ramadan is het gebruikelijk dat veel moslims (vaak zijn het vooral mannen) samenkomen op de Tempelberg om daar te bidden in de Al-Aqsamoskee. In normale jaren komen er gerust 200.000 mannen op het gigantische terrein bijeen. Vanwege het coronavirus hebben de Israëlische autoriteiten het aantal aanwezigen dit jaar gelimiteerd tot 10.000.
Deze beperking kon niet iedereen waarderen. De limiet van het aantal bezoekers vormde voor (jeugdige) moslims een mooie aanleiding om sores te schoppen bij de Tempelberg. Het leidde geregeld tot opstootjes bij de toegangspoorten tot de berg. Veel van deze toegangspoorten worden beheerd door de Israëlische (grens)politie.
De Israëlische politie staat niet bekend om haar zachtaardigheid. In dit geval trad ze zelfs naar Israëlische begrippen stevig op. Dit zette bij veel Arabieren kwaad bloed. Dat werd versterkt door het feit dat de Israëlische politie het gebied rondom de Damascuspoort anders had ingericht. Normaal gesproken is dat een plaats waar jongelui ’s avonds tijdens de ramadan bijeenkomen. Dat werd door de herinrichting onmogelijk gemaakt. Een extra reden om stennis te schoppen.
Gedurende enkele avonden was het raak. De woede uitte zich een enkele keer ook overdag op individuen. Willekeurige Joden werden op straat in elkaar getrapt. Er volgden tegenreacties. Religieus-extremistische jongeren struinden de straten af op zoek naar Arabieren om ze vervolgens een lesje te leren. Het liep kortom uit de hand.
Bij de Israëlische politie begon ondertussen het besef in te dalen dat het uit de hand dreigde te lopen. Daarom werden de maatregelen bij bijvoorbeeld de Damascuspoort opgegeven. De geest was echter al uit de fles. De keten van actie en tegenreactie was niet meer te stoppen.
Ondertussen volgde het hele Midden-Oosten de ontwikkelingen nauwlettend. De moskeeën op de Tempelberg gelden als heilige plaats voor de islam. En juist daarom ook werd er met afschuw gereageerd toen de Israëlische politie op vrijdagmiddag/avond een poging ondernam de Al-Aqsamoskee en het Tempelplein te ontruimen.
Die ontruiming door de Israëlische politie gebeurde niet zachtzinnig. Een stevige aanpak bleek nodig omdat de ‘bidders’ op de Tempelberg in bezit bleken te zijn van vuurwerk en molotovcocktails. De schermutselingen tussen de politie en de Arabische jongeren vonden zelfs plaats in de Al-Aqsamoskee. Filmpjes van rook en vuur op de Tempelberg verspreidden zich razendsnel door de hele Arabische wereld. Moslims waren woedend.
Deze groeiende en expliciete afkeer van Israël en de Joden werd door Hamas handig uitgebuit. Hamasaanhangers bewerkten de menigte op de Tempelberg. Op verschillende plekken hingen de groene Hamasvlaggen (met een islamitische spreuk) en er klonken leuzen als ‘Wij zijn allemaal Hamas’. Veel Israëli reageerden geschokt op de beelden. Men besefte: dit is goed mis.
Raketbeschieting
En toen, na de zoveelste schermutseling op en rond de Tempelberg, klonken maandagavond om 18:02 uur in Jeruzalem opeens de sirenes. Iedereen keek verbaasd op. Dit was immers sinds 2014 niet meer voorgekomen. De mensen die het luchtalarm serieus namen, haastten zich naar een veilige plaats. Er klonk een aantal doffe knallen. Toen wist iedereen: nu is het serieus.
De zeven rakketten waren afkomstig uit Gaza en afgevuurd in opdracht van Hamas. Hamas zag haar kans schoon om zich ondubbelzinnig op te werpen als verdediger van de Palestijnse zaak én het belangrijkste islamitische heiligdom in het Heilige Land. Met deze zeven raketten zette de organisatie haar Palestijnse concurrenten schaakmat in de strijd om de macht in de Palestijnse gebieden.
Palestijnen in Jeruzalem en op de Westbank barstten in een jubel uit toen ze hoorden dat in West-Jeruzalem de sirenes loeiden. Het gaf ze even het gevoel dat ze niet helemaal machteloos zijn tegenover de macht die Israël is.
Hoewel de raketten neerkwamen in heuvelachtig, dunbevolkt gebied ten zuidwesten van Jeruzalem, werd hiermee Israëls rode lijn ondubbelzinnig overschreden. Het uitlokken van het luchtalarm in Jeruzalem kun je symbolisch vergelijken met een aanslag op de Nederlandse koninklijke familie. Daarom: hoe verschillend er in de Israëlische samenleving ook over de Palestijnse kwestie wordt gedacht, de aanval verenigde in 90 seconden de Joodse natie.
Niet lang na de aanval waren Israëlische bommenwerpers onderweg om strategische doelwitten in de Gazastrook onder vuur te nemen. Hamas reageerde met omvangrijke raketbeschietingen op het zuiden van Israël. De wederzijdse beschietingen zijn inmiddels al een kleine week gaande. Aan Palestijnse zijde vielen tot dusver 197 doden. De Israëlische dodenteller staat op het moment van schrijven op tien.
Militaire organisatie
We zoomen even in op deze beschietingen. De ernst van een situatie wordt vaak afgemeten aan de hoeveelheid doden. En natuurlijk is elke dode er een teveel. Toch doen we de werkelijkheid onrecht aan als we door middel van ‘dodentellen’ een antwoord gaan geven op de vraag wie het gelijk aan zijn zijde heeft.
Als het gaat om het ‘raketconflict’ kun je stellen dat Hamas als eerste de trekker heeft overgehaald. Zij hebben ingecalculeerd dat Israël een raketbeschieting op Jeruzalem niet zou negeren en hebben zich daar ook op voorbereid. Het is immers geen kleine prestatie om als politieke partij -want dat zijn ze formeel- meer dan 3100 raketten af te schieten in zes dagen tijd.
Dit feit onthult overigens iets over de ware aard van Hamas. Deze politieke partij is vooral een militaire organisatie. Dat verhullen ze overigens niet. In Gaza worden met regelmaat militaire parades gehouden. Hamasleden poseren er trots voor de camera in uniform. Daarnaast houden ze er een complete wapenindustrie op na (met steun van Iran). Hun specialisme: zelf gefabriceerde raketten.
De raketten van Hamas worden nogal eens gekscherend getypeerd als doorgezaagde lantarenpalen met een motortje en een lading explosieven. Dat doet geen recht aan de huidige werkelijkheid. Vorige week hebben we in Israël zelfs kennis gemaakt met een nieuw wapen: de Ayyash 250-raket. Donderdag landde een van deze raketten in de buurt van de Ramon Airport in de buurt van Eilat (zo’n 220 kilometer verwijderd van de Gazastrook!).
De inwoners van de Gazastrook hebben al eerder kennisgemaakt met een Israëlische invasie. Hamas heeft zich daar grondig op geprepareerd. Onder andere door een omvangrijk ondergronds tunnelstelsel aan te leggen. In die tunnels worden wapens gefabriceerd, bewaard en ook de lanceerinstellingen verstopt. Tijdens een Israëlische invasie kunnen vanuit de tunnels bovendien verrassingsaanvallen worden uitgevoerd en Israëlische militairen worden gekidnapt. Dit laatste levert later bij onderhandelingen veel ‘wisselgeld’ op.
Vergeet daarom voor eens en altijd dat de leden van Hamas lieve, vriendelijke Palestijnen zijn met prachtige idealistische doelen. Het is een ordinaire oorlogsmachine die expliciet uit is op de dood van zoveel mogelijk Joden en zich daarbij gedreven weet door een intolerante islamitische ideologie. Het is daarom volkomen terecht dat zelfs de Europese Unie de organisatie bestempeld als een terroristische organisatie.
Dat diezelfde Europese Unie ondertussen wel doorgaat met het indirect sponsoren van Hamas, blijft een raadsel. Het is een publiek geheim dat een aanzienlijk deel van de internationale fondsen die bedoeld zijn voor de wederopbouw van de Gazastrook, door Hamas worden geïnvesteerd in militaire infrastructuur (en villa’s voor leidinggevenden). De gewone burgers zijn het spreekwoordelijke kind van de rekening. Zij dienen soms letterlijk als buffer bij Israëlische raketaanvallen.
Iron Dome
Terug naar de getallen. Inmiddels zijn ruim 3100 raketten op Israël afgevoerd. Denk niet dat Hamas onderscheid maakt tussen burgerdoelen en militaire doelen. Hun devies: hoe meer angst en hoe meer doden, hoe beter. ‘Dood aan de Jood’. Om deze reden zijn bijvoorbeeld de dichtbevolkte Israëlische steden Ashkelon, Ashdod, Beersheva, Rishon LeTsion, Holon en Tel Aviv geliefde doelwitten. Hoe meer ontwrichting aan Israëlische zijde, hoe beter, zo luidt het devies.
Het is in het licht hiervan een wonder dat er tot dusver ‘slechts’ tien Israëlische doden zijn gevallen (inclusief enkele Arabische Israëli). Wanneer we het technisch benaderen, is dat vooral te danken aan de Iron Dome. Dit is een geavanceerd Israëlisch luchtafweersysteem dat razendsnel berekent welke raketten neerkomen in bewoond gebied en die vervolgens onschadelijk maakt in de lucht.
Helaas heeft Iron Dome een beperkte capaciteit. Dit is exact de reden waarom Hamas soms tientallen raketten tegelijk de lucht inschiet. Dat verhoogt de kans dat tenminste een aantal raketten daadwerkelijk slachtoffers maakt en schade veroorzaakt in Israël.
Hoewel de Iron Dome een aanzienlijk deel van de potentieel gevaarlijke raketten onderschept, voorkomt het niet dat in veel Israëlische steden en dorpen de afgelopen dagen zeer regelmatig het luchtalarm afgaat. Onderschat niet wat dat betekent voor de gemoedsgesteldheid van de mensen. Vol continue leeft men in spanning. Kinderen zijn bang en barsten steeds weer in huilen uit; de nachten zijn een drama.
Terug naar de tien Israëlische doden. Dat zijn er inderdaad niet zoveel vergeleken met vele tientallen slachtoffers in Gaza. Laat je echter niet door rekensommen leiden bij het bepalen wie de boeman zou zijn in dit conflict. Israël is door Arabische vijandelijkheden gedwongen er een groot en professioneel leger op na te houden. De Joodse presentie in het Midden-Oosten wordt nu eenmaal op z’n hoogst geduld. Van dit militaire overwicht profiteert Israël nu.
Ondertussen betekent dit niet dat Israël de Hamas-methode (lees: hoe meer slachtoffers hoe beter) hanteert bij haar tegenacties. Het Israëlische leger heeft haar inlichtingen goed op orde en bezit over een lange lijst met potentiële Hamas-doelwitten in de Gazastrook. Die lijst wordt nu zorgvuldig afgewerkt. Het gros van de doelwitten heeft een directe of indirecte relatie tot de militaire tak van Hamas. Burgerdoelen worden zoveel mogelijk vermeden.
Het is echter helaas onvermijdelijk dat er soms onschuldige slachtoffers vallen. De Gazastrook is een van de dichtstbevolkte gebieden op de wereld. Bovendien heeft Hamas bijvoorbeeld veel militaire opslagplaatsen gehuisvest in kelders van appartementencomplexen of kantoren. In zo’n geval wordt vaak voorafgaand aan de aanval door Israël een waarschuwing afgegeven.
Het resultaat van een Israëlisch bombardement -een indrukwekkende puinhoop- levert natuurlijk tranentrekkende reportages op. Hamas weet die emotionele kaart goed uit te spelen. Op deze manier probeert de organisatie de publieke opinie buiten Israël te beïnvloeden. Dat de organisatie zelf indirect debet is aan de verwoesting van appartementen, kantoortorens of zelfs de dood van eigen burgers, blijft in de reportages veelal buiten beschouwing.
Hamas’ klachten en tranen over schade en burgerslachtoffers als gevolg van de Israëlische bombardementen kan ik daarom niet anders beoordelen dan de reinste vorm van huichelarij. Immers, hoe humaan zijn hun eigen raketbeschietingen op Israëlische bevolkingscentra? God zij dank -letterlijk!- worden veel van deze raketten onschadelijk gemaakt.
Wapenstilstand
Het ligt niet in de lijn der verwachtingen dat de raketbeschietingen en bombardementen nog wekenlang zullen voortduren. Dat is voor beide partijen niet interessant. Als het aan Hamas ligt, zou er waarschijnlijk nu al wel een punt achter de beschietingen gezet mogen worden. Zij hebben hun affiche afgegeven en getoond de Palestijnse stem bij de komende verkiezingen (wanneer zal dat zijn?) waard te zijn.
Bijkomend voordeel is verder dat de Palestijnse zaak als gevolg van de beschietingen weer stevig op de wereldkaart staat. De afgelopen vier jaren waren voor Palestijnen jaren van inleveren. De Amerikaanse president Trump was een uitgesproken supporter van Israël. Hij heeft enkele Arabische staten zelfs zover gekregen vredesverdragen te sluiten met Israël. Voor de Palestijnen voelde dat als een dolksteek in de rug.
Hoewel de Amerikaanse president Biden zich tot dusver niet bijzonder uitdrukkelijk presenteert als een voorstander van de Palestijnse zaak, beseffen de Palestijnen wel dat er bij hem hoe dan ook meer goodwill zal zijn dan bij zijn voorganger. Het conflict zou je daarom ook kunnen zien als een poging van de Palestijnen om helder te krijgen hoe internationaal de kaarten liggen.
Hamas zal echter niet zonder meer akkoord gaan met een wapenstilstand. Om de punten die ze heeft gescoord ook op lange termijn te kunnen verzilveren, zal ze verlangen naar een wapenstilstand waar ze met vooruitgestoken borst mee in kan stemmen. In dat geval is immers de Arabische eer gered. Een cultureel element dat niet onderschat mag worden.
Overigens weigert ook Israël tot dusver stelselmatig akkoord te gaan met een wapenstilstand; alle pogingen van buitenlandse diplomaten ten spijt. De regering en militaire top beseffen dat ze nu een kans hebben om min of meer ‘legitiem’ de militaire infrastructuur van Hamas een stevige slag toe te brengen. Dat garandeert weer een aantal jaren rust aan het front. Er staan nog heel wat doelwitten op het Israëlische lijstje…
Daar komt bij dat de oorlog sommige Israëlische politici persoonlijk niet verkeerd uitkomt. Dat geldt in het bijzonder voor premier Netanyahu. Recent werd hij gedwongen om het stokje voor het vormen van een regeringscoalitie over te geven aan zijn politieke opponenten. Dat is voor hem uiterst pijnlijk. De premier wordt namelijk verdacht van omkoping. In het slechtste geval kan hij worden veroordeeld tot enkele jaren gevangenisstraf.
Zolang hij echter premier is, blijft hij vrij man. Netanyahu heeft tot dusver bewezen talloze politieke levens te hebben. Bovendien is hij op zijn sterkst tijdens crises. Wie weet slaagt hij erin om de huidige situatie zo om te buigen dat hij er politiek voordeel uit kan slaan. Vooral ook omdat zijn politieke tegenstanders de steun nodig hebben van een Arabische partij in de Knesset (Israëlische parlement). Dat die partij, Ra’am, de nieuwe coalitie zal steunen, is zeker gezien de huidige omstandigheden geen gegeven.
Tenslotte nog even terug naar het grote plaatje. Het minst wenselijke scenario voor nu is dat Hezbollah (Libanon) en Iran (indirect) zich actief met het conflict gaan bemoeien. De afgelopen dagen vonden er al enkele incidenten plaats aan de grens tussen Israël en Libanon. Als zich in het noorden van Israël een Gaza-scenario zou herhalen, zijn de rapen gaar. Hezbollah beschikt namelijk over tenminste 130.000 raketten, waaronder een beperkter aantal zeer geavanceerde exemplaren.
Dat ook Iran uit is op de vernietiging van Israël, staat ondertussen buiten kijf. Als dat land zijn marionetten in Gaza (Hamas), Libanon (Hezbollah), Syrië en Jemen mobiliseert, zal blijken dat het gehele Midden-Oosten een enorm kruitvat is. Laten we daarom hopen en bidden dat een dergelijke escalatie uitblijft.
Beeldvorming
Voordat ik inzoom op het tweede conflict dat de afgelopen week oplaaide, enkele opmerkingen over de Palestijnse zaak en de internationale publieke opinie. Velen van jullie laten ons weten het moeilijk te vinden om de Nederlandse berichtgeving over de kwestie op waarde te kunnen schatten. Sommige van jullie reageren gefrustreerd en boos. Anderen zijn vooral verward en weten niet wat ze ervan moeten vinden.
Het is niet mijn behoefte om journalisten af te vallen. Zij doen hun werk hopelijk naar eer en geweten. Bovendien is dit een conflict dat zo ideologische gekleurd is, dat je het eigenlijk nooit goed kunt doet. Ondertussen signaleer ik wel enkele trends die (onbedoeld) bijdragen aan een gekleurde weergave van de situatie hier in Israël. Ik leg de vinger bij enkele aspecten.
Allereerst vraagt dit conflict vooral om overall-berichtgeving waarin ruimte dient te zijn voor nuance. Veel van de huidige berichtgeving lijkt in een bepaald frame te moeten passen of is emotioneel misleidend. Dit laatste gebeurt bijvoorbeeld als een journalist het leed een gezicht geeft door slechts de omstandigheden van een enkel individu (bijv. een inwoner van Gaza wiens huis is gebombardeerd) voor het voetlicht te brengen. Dit leidt bij voorbaat tot eenzijdige verhalen. Het resultaat is een verwrongen beeld van de werkelijkheid.
Ten tweede valt het me op in de berichtgeving dat de camera’s zelden inzoomen op de mensen achter de raketten: de strijders van Hamas. Zij blijven min of meer anoniem. Dat is jammer. De Hamasstrijders doen in hun voorkomen namelijk erg veel denken aan IS-strijders (en ideologisch zijn ze ook verwant). Zolang Hamas kleurloos blijft -of anders nog: een profiel krijgt aangemeten dat gelijk staat aan zielige burgers die in opstand komen tegen een geoliede militaire machine- hebben ze in de strijd om westerse support ten onrechte een streepje voor.
Tenslotte hoop ik dat iedere Europese burger zichzelf ook durft af te vragen of Hamas onze steun wel verdient. Zoom eens even in op de Hamassupporters die zich de afgelopen dagen tijdens demonstraties in Europa roerden. De meesten van hen zijn niet direct van het prototype vredesactivist, zo blijkt onder meer uit hun voorkomen, uitspraken en leuzen. Mocht je als burger oprecht bewogen zijn met de Palestijnse zaak dan zijn er betere manieren om die bewogenheid te uiten. Daarover straks meer.
Hoofdstuk 2: De interne onlusten tussen Joden en Arabieren
Situatieschets
Het is opvallend dat het conflict tussen Hamas en de IDF (het Israëlische leger) het in de Israëlische media soms moet afleggen tegen een ander conflict dat op dit moment speelt. De lokale media-aandacht ging eerder deze week vooral ook uit naar de onlusten in tal van Israëlische steden tussen Joden en Israëlische Arabieren.
Wat vaak wordt vergeten is dat zo’n twintig procent van de burgers van de staat Israël Arabieren zijn. Dit zijn de zogenaamde Israëlische Arabieren – zelf noemen ze zichzelf ook wel ‘Palestijnen’. Deze Israëlische Arabieren hebben dezelfde rechten en plichten als Israëli, behalve dat ze niet hoeven te dienen in het leger. Dit laatste mag overigens wel.
De Arabische Israëliërs wonen met name in Galilea. Er zijn echter ook elders in het land steden met een stevige Arabisch-Israëlische populatie. Plaatsen met een grote niet-Joodse populatie zijn: Haifa, Akko, Jaffo, Ramla en Lod. En uitgerekend in deze steden is het recent tot uitbarstingen gekomen tussen Joodse en Arabische Israëliërs.
Deze onlusten zijn verontrustend. Het ligt voor de hand dat deze Arabische Israëli bovengemiddeld veel sympathie hebben voor de Palestijnse zaak. Vaak uitte dit zich echter niet direct in gewelddadigheden. De afgelopen dagen hebben geleerd dat dit zomaar kan veranderen. In steden en dorpen waar beide bevolkingsgroepen normaal gesproken redelijk harmonieus samenleefden, vonden de afgelopen dagen ware stadsguerrilla’s plaats.
Extra zorgelijk is het feit dat de onlusten zich als een lopend vuurtjes door het land verspreiden. In sommige steden geldt een avondklok, en worden extra eenheden reserve politieagenten gemobiliseerd en zelfs met die inzet waren de straatgevechten soms nauwelijks te beteugelen.
De onlusten tussen Joden en Arabieren in Israël worden unaniem door Israëlische politici veroordeelden. President Rivlin (een uiterst verbindend politicus) en anderen spraken verontrustend over een ‘burgeroorlog’ en over ‘pogroms’.
Opvallend is dat uitdrukkelijk niet alleen met de vinger naar de Arabische Israëli wordt gewezen. De politici spreken verder hun verbazing uit over het feit dat uitgerekend ook Joods- religieuze jongeren (het zijn vaak jongelui) tot zulke vreselijke daden in staat zijn.
Oorzaken aan Joodse zijde
Als je voorzichtig op zoek gaat naar de oorzaken van de onlusten, dan kun je er niet omheen dat Israël een deel van deze problemen aan zichzelf te wijten heeft. Israëlische Arabieren hebben weliswaar de Israëlische nationaliteit, maar voelen zich min of meer tweederangsburgers. De frustratie over dat gegeven vindt deze dagen een uitweg.
Het gevoel een tweederangsburger te zijn, is sinds enkele jaren niet alleen een gevoel. Twee jaar geleden werd de omstreden Joodse natiestaatwet ingevoerd – dit onder veel protest. Volgens die wet is Israël eerst en vooral een Joodse staat. Dit betekent voor niet-Joodse inwoners dat ze feitelijk tweederangsburgers zijn geworden in hun geboorte- en thuisland.
Een tweede oorzaak heeft alles te maken met het gevoerde regeringsbeleid. Premier Benjamin Netanyahu geldt als de premier van ‘law and order’. Hij heeft zijn belofte om Israël veiliger te maken zonder meer ingelost. Sinds de bouw van de veiligheidsmuur tussen de Westbank en Israël is het aantal (zelf)moordaanslagen substantieel gedaald. Voor veel Israëlische Arabieren betekende de muur in veel gevallen echter dat ze gescheiden werden van hun familie in de Westbank.
Premier Netanyahu voerde verder een sterk kapitalistisch economisch beleid. De economie kreeg hierdoor een fikse boost. Van deze groei profiteerden echter vooral de midden- en hogere inkomens. De stijgende welvaart bereikte slechts mondjesmaat de Israëlische Arabieren, die vaak de laagbetaalde banen vervullen. Het leidt tot groeiende economische ongelijkheid in de samenleving.
De aandacht voor veiligheid en economische groei gingen bovendien ten koste van ‘zachte’ politieke onderwerpen. Thema’s als het welzijn van de burgers, de integratie van minderheden (ook bijvoorbeeld Ethiopische Joden) en oplossingen voor de Palestijnse kwestie stonden niet of nauwelijks op de politieke agenda. Dit laatste valt overigens niet alleen de Israëlische politiek te verwijten. Ook aan Palestijnse zijde was er weinig behoefte om het gesprek gaande te houden.
Een laatste oorzaak moet gezocht worden in de groeiende invloed van extremistische partijen. Net als in veel Europese landen is de Israëlische politiek de laatste jaren stevig verrechts. De voorheen machtige Arbeiderspartij (de politieke evenknie van de PvdA) is geminimaliseerd. De gematigd rechtse Likud-partij van premier Netanyahu is veruit het grootst. Daaromheen bevinden zich tal van kleinere, vaak nog rechtsere partijen.
Hoe je het ook wendt of keert, de komst van dergelijke uiterst rechtse partijen in de Knesset legitimeert een extremistisch-rechts geluid op straat. Jongeren hebben zich georganiseerd in bijvoorbeeld Lehava (lett. vlam). Deze extremistische groepering telt zo’n 10.000 leden en liet vorige week in Jeruzalem stevig van zich horen. Zij waren medeverantwoordelijk voor het Joodse tegengeweld in Jeruzalem.
Lehava en gerelateerde groepen roeren zich nu ook in andere gemengde Israëlische steden. Tegen het vallen van de avond groeperen de jongelui zich en gaan op zoek naar Arabische slachtoffers. Het is opvallend om te zien dat dit vooral religieuze jongeren zijn. De meeste jongeren dragen een keppeltje (een teken van godsbesef) en tsietsiet (de touwtjes onder de kleding die Gods geboden symboliseren).
Oorzaken aan Arabische zijde
Het is onjuist om op basis van het bovenstaande te concluderen dat de schuld alleen aan Joodse zijde ligt. Hoewel zelfs de Israëlische politiecommandant afgelopen week de verantwoordelijkheid legde bij het probleem van Joods-extremisme, gaan Israëlische Arabieren bepaald niet vrijuit. Hun bijdrage aan de oorzaak van de onlusten heeft echter een wat langere looptijd.
De Israëlische Arabieren hebben dezelfde rechten als Joden, zo stelden we eerder. Het is ondertussen een feit dat veel Arabieren er zelf lang niet altijd uithalen wat erin zit. Om tal van culturele en religieuze redenen zal het nog wel even duren voordat vooral de islamitische Arabische Israëliërs hun achterstand hebben ingehaald. Dit intrinsieke conservatisme legitimeert echter geen afgunst en geweld.
Verder zal bij Arabische Israëli het besef moeten groeien dat Israël van hen op z’n minst ook enige expliciete loyaliteit mag verlangen. Veel Arabische Israëli prijzen zich in stilte gelukkig dat ze in een van de meest ontwikkelde landen van het Midden-Oosten leven. Er is sprake van een democratie (incl. Arabische partijen), er zijn goede opleidingsmogelijkheden, en de gezondheidszorg is uitstekend. Dat is vooral te danken aan de ongekende inzet van de Joodse burgers.
In de Onafhankelijkheidsoorlog (1948) is er aan beide kanten veel gebeurd dat verdrietig is en niet vergeten mag worden. Tegelijkertijd en juist ook daarom heeft de Joodse meerderheid decennialang publiek en particulier de hand uitgestoken naar de Arabische minderheid. Er leefde bij de eerste generatie Israëli een oprecht verlangen om van de staat Israël een paradijs te maken voor Jood en Arabier. Wanneer je als Arabische Israëli die droom keer op keer (gewelddadig) tegenwerkt, komt er een moment dat je je niet meer mag beklagen.
De toekomst
Hoe moet het verder met Israël? Veel Israëli zijn kapot van de problemen die op dit moment spelen in hun land. Vooral de oudere generatie die nog het nodige heeft meegekregen van de idealen van de stichters van de staat Israël zijn intens verdrietig. Zij denken met weemoed terug aan de tijd dat je als Jood gewoon naar het strand kon gaan in Gaza of kon gaan winkelen met vriendinnen in Bethlehem.
De sleutel voor een oplossing ligt bij de politiek én bij het maatschappelijke middenveld. Waarbij blijft gelden dat het hervinden van een duurzame wijze van samenleven decennia, zo niet eeuwen kan duren. Hoe lang heeft het geduurd voordat in Nederland protestanten en rooms-katholieken elkaar weer een beetje konden dulden?
Als het gaat om de politiek ligt er een grote uitdaging voor een nieuwe coalitie. Wanneer Netanyahu aan de macht blijft, zal de kans op verandering niet al te groot zijn. Hij heeft te dealen met zijn ultraorthodoxe coalitiepartners en zal zich moeten blijven profileren als krachtige leider wil hij in de toekomst geen stemmen verliezen aan de meer extremistische partijen.
Wat dat betreft -en ik besef dat ik hiermee als betrokken buitenstaander mijn boekje een beetje te buiten ga- zou het interessant kunnen zijn om te zien wat een coalitie van nationale eenheid, incl. de Arabische Ra‘ampartij, voor het land zou kunnen betekenen. Daarbij is het uiteraard wel een must dat niet hun gezamenlijk afkeer van Netanyahu, maar een gedeelde visie op vreedzaam samenleven in de staat Israël leidend is.
Ondertussen leeft er breed in de Israëlische samenleving een breed wantrouwen richting de politiek. Vier verkiezingen in twee jaar tijd hebben het vertrouwen in het politieke systeem geen goed gedaan. Dat kan een positieve uitwerking hebben als de bevolking zelf besluit om zich te gaan inzetten voor wijzen van vreedzame co-existentie (samenleven).
Een mooi eerste signaal van burgerlijk optreden is dat er in de afgelopen dagen steeds meer goedwillende Joodse en Arabische Israëli gezamenlijk de straat zijn opgegaan om duidelijk te maken dat etnische geweld niet getolereerd mag worden. Hun vreedzame, coöperatieve optreden maakt duidelijk dat er een alternatief is.
Wanneer deze spontane acties (en andere verbindende vredesprojecten) aan kracht zouden kunnen winnen (en daarbij verdienen ze uw steun!), gloort er misschien voorzichtig licht aan de tunnel. Alhoewel, hét probleem dat in Israël ten grondslag ligt aan de problematiek is ten diepste een probleem dat zich wereldwijd voordoet. Dat is het probleem van de mens.
Hoofdstuk 3: Geestelijke duiding van de situatie
Bevoorrecht
In het voorgaande hebben we naar het conflict tussen Jood en Arabier gekeken met de ogen van een journalist. De situatie wordt nog weer veel anders én hoopvoller als we de situatie beoordelen met de ogen van een theoloog. Hoewel de problemen daarmee nog existentiëler worden, leidt het hopelijk ook tot het besef dat zelfs u in Nederland kunt bijdragen aan een oplossing.
Het Joodse volk is een bijzonder volk. Deze stelling valt moeilijk te ontkennen. Immers, zelfs in het stevig seculiere Nederland schrijven alle media uitvoerig over wat er gebeurt in dit kleine landje aan de Middellandse Zee. Het blijkt deze weken des te meer ‘no Jews no news’.
Waarom is het Joodse volk bijzonder? Omdat het Gods volk is! Dat kunnen we als Nederlanders leuk vinden of niet, maar zo is het nu eenmaal. God Zelf heeft Abraham en zijn nakomelingen verkoren als Zijn volk. Daarmee is het Joodse volk bevoorrecht. Een Jood is echter niet alleen bevoorrecht om zichzelf. Het zal tot een zegen zijn voor alle volken (Gen. 12:3).
En tot een zegen is Israël! Paulus geeft in Romeinen 9 een opsomming van Israëls voorrechten (Rom. 9:4-5). In die voorrechten mogen wij niet-Joden delen. Daarbij noem ik in het bijzonder de Bijbel, Gods verbond en uiteraard de Messias, onze Heere Jezus Christus. In Hem is er vrede voor Jood én heiden (Ef. 2:14). Inderdaad, Israël is tot een zegen voor de volken!
Strijd
Zonder direct alles spiritueel te willen duiden, ben ik van mening dat we de strijd die zich nu en vroeger in en om Israël voordeed en voordoet, gerust mogen beschouwen als een spirituele, een geestelijke strijd. De tegenstander van God, de satan die streeft naar ons ongeluk, is er alles aan te doen om Gods weg met Israël (en in Israël met alle volken; ook de Palestijnen) te blokkeren. Tot dusver is hij daarin niet geslaagd. En ik durf u te zeggen: dat zal hem nooit lukken ook!
Ondertussen komen de nare gevolgen van deze geestelijke strijd soms aan de oppervlakte. Vooral Israël is een speelbal in deze strijd, zoveel wordt uit de Bijbel wel duidelijk. Sommige theologen durven het aan om allerlei zaken direct te duiden en bovendien concrete voorspellingen te doen. Ik ben wat dat betreft voorzichtig. Het verleden leert ons met het oog op de toekomst dat God Zich niet zo gemakkelijk laat voorrekenen. Ondertussen doet Hij echter wat Hij heeft beloofd! En dat geeft volop vertrouwen voor de toekomst.
En wij?
Hoe hebben wij als individuen ons nu te positioneren in de strijd der machten die zich in onze tijd haast voor onze ogen afspeelt? Volgens mij ligt er bij uitstek een taak voor u als christen.
Het begint met een levend besef dat God ‘in control’ is. Het is uiterst frustrerend om te lezen welke vuile, onjuiste dingen er allemaal gezegd zijn en worden over Israël en het Joodse volk. Wordt echter niet moedeloos en laat je in eventuele reacties al helemaal niet leiden door ongeleide emoties. God is trouw aan Zijn verbond met Israël. Hij doet wat Hij zegt. Verwacht het van Hem!
Als christenen mogen we God verder herinneren aan Zijn verbond met Israël. In het Oude Testament traden de profeten regelmatig op als voorbidders voor hun volk. U die zich door het geloof in de Joodse Messias Jezus Christus diep verbonden weet met Israël mag hetzelfde doen. Bid voor de vrede van Jeruzalem/Israël! Daarbij mogen we pleiten op Gods blijvende verbondsbeloften voor Zijn volk.
Wees verder een pleitbezorger voor recht en gerechtigheid. De bijzondere verbondspositie van Israël betekent niet het Joodse volk daarmee kan doen en laten wat het wil. Verre van dat; op Israël rust een hoge verantwoordelijkheid als het gaat om het doen van recht en gerechtigheid. De oudtestamentische profeten worden niet moe om Israël daar steeds weer op te wijzen. Waarbij het opvallend is dat ze vooral ook oproepen om goed te doen aan de vreemdeling (vgl. Lev. 19:33-34).
Het voorbeeld van de profeten zou ook christenen kunnen stimuleren. Laten ook wij, zonder dat we ons daarmee boven Israël verheffen, blijvend streven naar recht en gerechtigheid in het Heilige Land. Dit betekent concreet dat er soms sprake zal zijn van een dubbele loyaliteit: u voelt zich verbonden met het Joodse volk omwille van Gods verkiezing. Tegelijkertijd voelt u zich verbonden met de Arabier in nood (en zeker de christen-Arabier) omwille van Gods gebod.
Tenslotte, namens het Centrum voor Israëlstudies proberen wij in Jeruzalem iets van die dubbele loyaliteit uit te stralen. We weten ons diep verbonden met Jood en (christen) Arabier. Juist daarom verscheurt het huidige conflict ons hart. We voelen ons ondertussen ook bevoorrecht dat we namens u dit werk hier mogen doen. Het is daarbij ons gebed of we iets van de grensoverschrijdende liefde van Jezus mogen laten zien en horen in dit verdeelde land. Bid u mee om de komst van Zijn vrede!?
Jeruzalem, 17 mei 2021 Albert Groothedde