Ebenezer Home
Shoshana en ik stellen u graag voor aan een van onze bewoners, Annie. Ze heeft beperkingen, maar is de Heere ook dankbaar voor alles wat Hij haar geeft.
“Een van de moeilijkste dingen aan bijna blind zijn is dat ik er niet uitzie alsof ik blind ben”, zegt Annie in het Engels met een fris Nederlands accent. Annie leunt voorover in haar fauteuil om met Shoshana te praten, haar heldere, blauwe ogen twinkelen en haar handen, knoestig van artrose, trillen in haar schoot. Ze zitten in haar zonovergoten kamer op de tweede verdieping van Ebenezer Home.
“Het centrum van mijn zicht is wazig. Ik kan opzij een beetje zien. Ik kan jou gezicht niet zien Shoshana en ik kan mijn Bijbel niet meer lezen”, klinkt Annie’s stem, maar ze vervolgt het gesprek met haar gebruikelijke manier van optimisme, “maar ik kan met mijn rollator door het huis lopen, en ik ben zo dankbaar voor de audio Bijbel; elke dag luister ik naar de Bijbel in het Nederlands, Hebreeuws en Engels. De Heere is zo groot, Hij zorgt voor de kleinste details van ons leven!”
Annie heeft in haar leven volop de kans gehad om de bescherming en zorg voor haar te ervaren van haar hemelse Vader. Annie en haar tweelingzus Minnie werden in 1932 geboren in Nederlands-Indië. Hun zus Altye, was een jaar ouder dan de tweeling. Hun ouders waren als zendelingen uit Holland naar Indonesië gekomen.
Toen Annie acht jaar oud was, bezette Hitler Nederland en in Nederlands-Indië werd het beleg afgekondigd. Twee jaar later, in 1942, viel Japan de Nederlandse kolonie binnen. Op de dag van de invasie stierf Annie’s moeder aan een hartaanval; en op de dag van de begrafenis van haar moeder werd haar vader naar een Japans krijgsgevangenenkamp gebracht. Gescheiden van hun vader brachten de drie meisjes enkele maanden door in een lokale gevangenis en toen werden ook zij naar een kamp gestuurd. Ze werden na het einde van de oorlog in 1945 herenigd met hun vader en gingen in Nederland wonen.
Shoshana merkt dat Annie niet wil stilstaan bij haar jeugd.
“Ik heb God gevraagd om alle slechte herinneringen aan de oorlog weg te nemen” legt Annie uit. “En ik kan zeggen dat God dit echt voor mij heeft gedaan. Het doet me pijn om te zien hoe andere bewoners in Ebenezer nog steeds lijden aan de herinneringen van de traumatische oorlogsgebeurtenissen.”
Annie is opgeleid tot verpleegster en daarna tot verloskundige in Nederland. Haar tweelingzus Minnie studeert om chemicus te worden, maar laat zich omscholen tot verloskundige als ze besluit zendelinge te worden. Minnie werkt vijfenvijftig jaar in de Verenigde Emiraten, waar ze tot op de dag van vandaag woont.
Na haar opleiding werkt Annie als verloskundige op de afdeling verloskunde in Amsterdam, waar ze al snel hoofd wordt van de afdeling waar de baby’s geboren worden. “Ik hield van mijn werk,” legt Annie uit, “en ik wilde het niet verlaten. Ik heb echt met de Heere gestreden toen Hij me in 1973 riep om naar Israël te komen. Ik kwam in 1975 bij de NEM en verving een andere Nederlandse verloskundige toen die het Poriya-ziekenhuis in het noorden van Israël verliet. Ik heb drieëntwintig jaar als verloskundige in Poriya gewerkt en ook vrouwen geholpen die thuis wilden bevallen.”
“Je zit nu drie jaar in Ebenezer. Hoe is het voor jou geweest tijdens de coronapandemie?” vraagt Shoshana. “Het zijn moeilijke dagen, maar ik word hier goed verzorgd. Elke dag dat ik samenkom met een andere bewoner op mijn verdieping, mis ik echt de groepsbijeenkomsten thuis. Ik ga naar de gemeente Beit Eliyahu.”
“Veel mensen in uw situatie zouden ervoor kiezen om in hun thuisland met pensioen te gaan. Wat maakte dat u met pensioen ging in Israël?” vraagt Shoshana.
“Toen God mij in 1973 naar Israël riep, sprak Hij tot mij door Psalm 121 vs 8,” citeert Annie de bekende passage uit het hoofd: “De Heere zal uw uitgaan en ingaan bewaren, van nu aan tot in eeuwigheid”. Deze woorden hebben, als een kompas, mijn leven in Israël geleid en ik neem ze letterlijk. Forevermore – dit is een levensverbintenis.”