OR HAGALIL
We zijn dankbaar voor onze vrienden en voor hen die ons steunen. Wij zijn dankbaar voor onze familie en voor alles wat de Heere doet in hun leven.
‘Maar wie de Heere verwachten, zullen hun kracht vernieuwen; zij zullen opstijgen met vleugels als arenden; ze zullen rennen en niet moe worden; zij zullen snel lopen en niet afgemat worden’. (Jesaja 40:31)
Onlangs kreeg ik een onverwachte gelegenheid om te vertellen over mijn geloof in de Heere Jezus als de Messias. De afgelopen vier jaar heb ik vrijwilligerswerk gedaan in het Nahariyya Ziekenhuis in het Medische Laboratorium. Ik heb veel van het personeel en andere vrijwilligers leren kennen en er zijn gelegenheden geweest om mijn geloof met sommigen van hen te delen. Een van de assistent-labdirecteuren is een geweldige man, die ik Rasheed zal noemen. Hij heeft een moslimachtergrond en is erg vriendelijk voor me geweest en was nieuwsgierig naar mijn geloof als Messiaanse Jood. We hebben door de jaren heen een aantal goede gesprekken gehad. Op deze specifieke vrijdag, die geen drukke dag in het laboratorium is, begonnen we een gesprek over wat Messiaanse Joden geloven. Hij vergeleek dit met zijn islamitische geloof. Het was een sympathieke en oprechte dialoog zoals ik die zo vaak heb gewild met een moslim. We waren gefocust op ons gesprek toen een andere medewerker in het laboratorium, die toevallig een Ethiopisch-orthodoxe jood is, zich bij ons voegde bij de uitwisseling. Al snel deelden we meningen vanuit een religieus joods, moslim en messiaans perspectief. Ik pauzeerde even om na te denken over in wat voor een bijzondere situatie de Heere mij had gebracht. Toen werden Rasheed en Yakov het eens dat de sleutel tot het leven is om een goed mens te zijn en dat God je in de hemel zou ontvangen. Ik vroeg hen: “Hoe kunnen we goed genoeg zijn om God te behagen? We hebben toch Zijn genade nodig?” Dat een moslim en een orthodoxe jood het samen eens waren tegen een messiaanse jood was een hele ervaring. Zoals ik had verwacht, konden we de discussie niet afmaken omdat de ziekenhuisdiensten riepen en al snel waren we allemaal weer aan het werk. De herinnering blijft hangen aan een deze oprechte discussie tussen drie mannen die een toewijding aan het geloof hebben, maar verschillende uitingen van geloof, hoop en redding. Ik weet zeker dat er vervolgmogelijkheden zullen zijn en dat de vriendschapsbanden tussen ons zullen worden opgebouwd.
De uwe, Efraim en Jeannie Goldstein